Werkconferentie 1 + 1 = 3 door Platform Werkplaatsen
Vrijdag 12 november in Den Haag organiseerde Platform Werkplaatsen werkconferentie 1 + 1 = 3. Een bijeenkomst waarin het belang van de werkplaatsbeheerder in hun diverse functies en rollen belicht werd.
Goed om te zien dat er aandacht is voor de infrastructuur en bemensing die voorafgaat aan, en randvoorwaardelijk is voor de realisatie van individuele projecten. De specifieke resultaten van een project/kunstwerk/residentie komen immers tot stand in de context van een werkplaats, een plek waar materiaal, materieel, faciliteiten en expertise rondom een bepaald medium of techniek beschikbaar wordt gesteld.
Het programma bestond uit een aantal presentaties afgewisseld met een aantal bliksembezoeken aan diverse soorten werkplaatsen, ateliers, galleries in Den Haag. Goede opzet.
De presentaties
Vlaams gelegenheidsduo Joke Raes en Jonas Vansteenkiste vertelden over hoe hun beeldend werk zich ontwikkelde en vormde in de context van residenties, waaronder die in verschillende keramische werkplaatsen.
Maria Roosen toonde een korte documentaire over haar samenwerking met Tsjechische glasblazers. Ook hier was weer duidelijk te zien hoe de technische uitvoering mede bepalend is voor zowel de uiteindelijke vorm als inhoud van een werk.
Een werkplaats heeft impact op het eindresultaat zowel door de specifieke technische mogelijkheden die op die lokatie voorhanden zijn als door de input en begeleiding van de aanwezige vakmensen.
Deze video werd getoond bij de tentoonstelling Sigmar Polke – Das kann doch kein Motiv sein – De complete edities uit de collectie Kunstraum am Limes, in museum De Pont, Tilburg. De drukker verteld over zijn samenwerkingen met Polke. Meer: hier, hier, hier, hier, en hier.
Toch bleef vanuit dit perspectief de werkplaatsbeheerder zelf enigszins buiten beeld. Alle lof en dankbetuigingen richting vakmensen ten spijt, het podium was aan de kunstenaars.
Onder het “1 + 1 = 3” uitgangspunt van de werkconferentie leek de aanname te zijn dat kunstenaar en vakmens verschillende individuen zijn met eigen expertises die bij elkaar gebracht worden.
Daarom was voor mij de eerste presentatie door Johannes Leertouwer direct het hoogtepunt van de dag.
Rollenspel
Johannes Leertouwer is uitvoerend musicus (violist), dirigent, onderwijzer en onderzoeker. Het was verfrissend en inspirerend om te zien hoe Leertouwer het gegeven “1+1=3” feitelijk omkeerde en liet zien hoe hij die verschillende expertises integreert in zijn eigen praktijk.
Als musicus kan hij zich niet voorstellen dat je zelf niet vertrouwd zou zijn met het materiaal waarmee je werkt. Techniek en expressie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, de een kan niet zonder de ander en moeten in parallel ontwikkeld worden.
- Als violist is hij “hands-on” bekend met het bronmateriaal, de muziek.
- Dat is mede bepalend waarom hij in zijn rol als dirigent zelfbenoemd klootzak mag zijn. “Ja, het zou ook zo of zo kunnen, maar nu doen we het op mijn manier.”
- In zijn onderzoek werkt hij actief aan een beter begrip van de herkomst en context waarin de muziek die hij uitvoert ontstond en onderwezen werd.
- Als onderwijzer brengt hij resultaten van zijn onderzoek direct in de praktijk.
Vooral in die laatste rol als onderwijzer wil hij er vooral voor waken niet de meester te zijn die dicteert hoe een bepaald stuk uitgevoerd dient te worden. In plaats daarvan wil hij slechts voorleven hoe een gekozen uitgangspunt of principe gehanteerd kan worden om tot een specieke interpretatie te komen. Zo traint hij zijn studenten niet alleen in de technische aspecten maar ook in de attitude en aanpak waarmee ze uiteindelijk ook tot een eigen interpretatie kunnen komen.
Kunstenaar en werkplaatsbeheerder, conceptontwikkelaar en vakidioot: zie het niet als individuen maar als rollen die je in je praktijk toepast. De ene situatie vraagt om de coaching en technische ondersteuning van een werplaatsbeheerder, de andere om de meer sturende of juist onderzoekende houding van de kunstenaar.
Fazit
Andermaal: goed om te zien dat er aandacht is voor de werkplaats en werkplaatsexpert als de broodnodige infrastructuur die individuele projecten mogelijk maken. De selectie aan sprekers schetsen een breed spectrum van mogelijke interacties tussen kunstenaar en vakmens, kunst en ambacht, idee en techniek. Door uiteindelijk vooral kunstenaars aan het woord te laten bleef een belangrijk deel van de agenda van de conferentie uiteindelijk toch wat onderbelicht. Dat werd wat mij betreft meer dan goed gemaakt door de presentatie van Leertouwer en de conversatie in de wandelgangen en tijdens de werkbezoeken.