Atalanta
Twee vlinders op het perron en een mier onderweg naar die ene, want die was dood. Zijn vleugel geknakt en scheef.
Ik hoopte zo dat de mier er nog op tijd wat andere mieren bij zou halen, zodat de dode vlinder niet zou worden vertrapt door een mens met een sigaret achteloos tussen twee vingers en rook uitblazend.
De andere vlinder leek het vanaf de rand van het perron aan te kijken, vleugels gespreid. Dat leek een beetje wrang, maar de avondzon voelde zo fijn.
Totdat de trein eraan kwam en ze niet sprong, maar net op tijd wegvloog naar weet ik waarnaartoe.