Balletje-balletje
Poeh, nou, ik ben een blij kuikentje hoor. Sparta heeft 't geflikt in Doetinchem. Nog geen minuut nadat ik door het huis sprong m'n vadertje gebeld. Ook die was buiten zichzelf van blijdschap. Broer een bericht gestuurd en verse visa, nog meer berichtjes hier en daar van gene en deze, ik ben er helemaal van in den warrigheid. Tot diep in de nacht alles wat maar riekte naar feestgedruis aangeklikt en dat tot en met zojuist aan toe. Oké, tussendoor was er gewoon een dag met dagelijks brood, dat dan weer wel. Maar goed ook.
Dat is dus wat die idioterie met je doet. En ik heb zo vaak gedacht, zeker de laatste jaren, dat ik me niet meer zo gek zou laten maken. Aanstellerij was het. Juichen voor en vooral vloeken op dikbetaalde voorbijgangers met hun haartjes en hun plakplaatjes, hun schoentjes en maniertjes (en ronduit walgelijke muzieksmaak!). De wanstaltige moderne slavernij, de maffiose praktijken.
En zo is het ook. Zeker weten. Het is allesbehalve heilig, het is compleet gestoord.
Maar wat overeind blijft is gewoon dat maffe gevoel dat je ontwikkelt voor zoiets als een club. Van kleins af aan. Dat staat los van de waanzin eromheen. Wat mij betreft dan. Ik juich en vloek omdat er niet aan die betovering valt te ontsnappen.
Dus dat joh. Nuchtere feeststemming. Eigenlijk is dit het mooiste moment van het jaar. Nu staat alles weer op nul. Alles is mogelijk, zelfs een kampioenschap – de fantasie is er goed voor. Wat mij betreft stoppen we nu met al die rarigheid, ik vind het best allemaal, nu wel. Volgend jaar om deze tijd zal ik wel weer ergens huilend in een hoekje zitten. Het lot van de Sparta-fan. Lijden, gifbeker en soms, heel soms, euforie. So be it.
Mijn gedachten gaan daarom uit naar mijn vriend in Doetinchem. D'ran, jongen!