Bibelebontse!
Krenten en pap, ik heb er niet veel mee, maar als je ze vindt, prima. Wees blij, be happy. Geen probleem.
Ik heb alleen nooit zo goed begrepen wat er zo lekker is aan krenten in de pap. Sowieso, pap. Ik heb het fenomeen nooit intrinsiek kunnen omarmen. Vaag heb ik wel een herinnering aan een bord havermoutpap of Brinta – is dat hetzelfde eigenlijk?
Hoe dan ook, het is zo'n verdrongen verwrongen herinnering die, nu ik het heel even wat ruimte geef in dat warrige hoofdje van me, het beeld schetst van een drabbige brij waar vaak ook nog klontjes in zaten. Nou, dan zat ik tegen het behang hoor, ik gaf mijn portie dan net zo lief aan Fikkie. Niet dat we een hond hadden, ja, een zwerfhond die zich onderin een pot verstopte, maar echt een eigen hond hadden we niet.
Ik weet ook nog dat mijn moeder echt enorm haar best deed om een klontjesvrije pap te presenteren. Ze experimenteerde bijvoorbeeld met langer of korter roeren bij het opgieten van de melk, ze probeerde andere melk, een andere volgorde: eerst de vlokken havermout, daarna de melk of andersom, roeren met de klok mee of juist er tegenin, houten lepel, metalen lepel, een vork. Echt alles werd letterlijk uit de kast getrokken voor een mooie gladde pap en een tevreden kind aan tafel. Maar helaas, ik vond altijd wel iets klonterigs, of in ieder geval iets wat erop leek. Zelf luchtbelletjes werden door mij op dezelfde hoop gegooid.
En zo ben ik nog steeds. Altijd wat te zeiken.