Boekvloek

Weet je, het leven als deeltijdopruimhulp schuine streep boekenfluisteraar is nooit saai. Er wordt wel eens gesuggereerd dat het wel zo is, maar geen dienst is hetzelfde.
Op welke werkplek begint een klant spontaan haar gedichtstichtelijke rijmpjes voor te dragen aan een collega die precies daar zit waar ze met geen mogelijkheid een passend excuus kan bedenken om aan een dergelijke rijmbrij te kunnen ontsnappen? Gelukkig is je collega enorm geduldig en aardig hoor je haar alleen af en toe tussen de pauzes in zeggen dat dit ook al zo'n heel lief gedichtje is. De rijmende dame in kwestie knikt hoorbaar (ze is al op leeftijd) en zet met overtuiging haar volgende werkje in.

Ondertussen sta je zelf half weggedoken en stiekem glimlachend wat boeken op alfabet dan wel rubrieknummer te zetten. Ergens verderop steekt voor de zoveelste keer een hoop kinderkabaal op. Je hebt ze al gewaarschuwd, maar dat maakte maar twee minuten indruk op ze. Je zucht. Groep zeven-gespuis. Die hebben al zeker vijf jaar geen respect meer voor alles wat in jouw tijd maar met de ogen hoefde te knipperen of je zat subiet met klotsende oksels. Maar nee, die tijd is geweest, de rollen zijn nagenoeg omgedraaid. Je zult er zo meteen nog een keer naartoe moeten. Nog heel even aanzien.

Een andere collega leidt je precies op het goede moment af met de vraag of je het al weet van de ontplofte beker in het kantoortje. Vermoedelijk heeft iemand daar gisteren een smoothie laten staan en is dat gaan gisten en is de beker die was afgesloten met een deksel geƫxplodeerd: alles zit onder. Je gaat samen met haar kijken en verdomd, de hele boel zit onder de opgedroogde, aangekoekte smurrie. Het ziet er niet uit. Dat moet echt een enorme knal zijn geweest. Bizar.
Jullie kijken er nog eens naar, zij wijst je alle plekken waar de spetters zitten en jij blijft driftig knikken en schudden. Ja, echt bizar dit, jeetje.

Na weer een paar minuten loopt het bij het eerder gewaarschuwde schorriemorrie uit de hand. Kabaal, gegiechel. Je zucht nog maar eens en daar ga je weer. Je waarschuwt ze nog eens en zegt erbij dat de volgende waarschuwing geen waarschuwing meer zal zijn, maar dat ze dan direct vertrekken. Ze knikken. Ja meneer, goed meneer.
Gelukkig komt het die middag niet meer zo ver. Een kwartiertje later vertrekken ze uit zichzelf en je groet ze. Eenrichtingsverkeer, zoals viel te verwachten. Wanneer je daarna gaat kijken hoe ze de boel hebben achter gelaten drijven er in de prullenbak drie plastic bekertjes in de chocolademelk met daaromheen een spoor aan bruine spetters. Jammer.

Allesbehalve saai dus. En geloof het of niet, maar als mijn contract er ergens in september opzit zal ik het missen.

#waanvandedag #werk #bibliotheek