Dienstontregeling

Dus toen mijn bui was overgetrokken stampte ik plassend door het park. Nee, wacht. Ik stampte door de plassen in het park. Nadat de buien waren overgetrokken. Al ligt die eerste zin stiekem toch dichter bij mijn beleefde waarheid.

Ik ving een halve flard op van iemand die telefoneerde. Ja, nou, hij is in december dus onverwacht overleden. Dat stemt tot nadenken. Komt doodgaan niet altijd onverwacht? Nee, strikt genomen niet. Zodra je wordt verwekt komt er een houdbaarheidsdatum in zicht. Onvermijdelijk. Alleen de exacte datum is niet bekend. Een variant op het fenomeen 'na openen beperkt houdbaar'. Je kunt eraan ruiken, een beetje proeven, de structuur bepalen, concluderen. Meer niet. Leven bestaat bij de gratie van de dood. En andersom. Deuren zijn er nu eenmaal om ingetrapt te worden.

Vooruit, je kunt euthanaseren. Dan staat de bliksemse boel wel vast en wordt het zaakje netjes gepland. In dat geval kun je nooit iemand horen zeggen dat de ander toch nog onverwacht is overleden. Behalve als diegene niet wist van de hele levenseindewenskwestie (ja, zet die maar op mijn scrabblebonuskaart, dank u). Het is net als met taalregels, er zijn altijd irritante uitzonderingen.

Door zo'n telefoongesprekzinnetje – ik heb iets met onmogelijke samenstelling vandaag? – ratelt de boel, het leven en de dood, het onverwachte vol verwachting, intern door om uiteindelijk ergens vast te lopen en de totaal onzinnige link te leggen met een omroepbericht in de trein: we zijn geheel volgens dienstregeling op tijd vertrokken en zullen naar verwachting op tijd voor u aankomen daar en daar. Vergezocht en het slaat als een sleutelhanger op een onderzetter, maar wat je van ver haalt is lekker. Zeggen ze.

Ontregeling is des duivels agenda pakken. Daarom. Iemand staat wiekend voor het raam. Of ik nu eindelijk mijn mond wil houden. Prima toch, tik 'm aan en dikke doei.

#waanvandedag