Eerste hulp bij Onnozelheid
In het gangpad bij de kruiden, pasta's en rijst lag een man op de grond. Onwel. Zomaar. Daar lag ie, slap en half op zijn zij. Een grote, stevige man. Ik had, achteraf gezien, de klap gehoord. De vakkenvullers die volop aanwezig waren hadden geen idee wat ze moesten doen. Het zal de leeftijd zijn. Amper 15 jaar en lekker goedkoop. Dan kun je geen BHV of EHBO verwachten.
Eén van deze jonge flexwerkers rende naar achteren, het magazijn in en kwam terug met een draadloze microfoon. Niet om een vette rap te spitten, maar om hulp te vragen. Is er iemand aanwezig die kan helpen. Er is hier een ongeluk gebeurd. Wilt u alstublieft komen helpen?
Opvallend veel mensen liepen ineens – op minder dan anderhalve meter afstand van elkaar – haastig naar de plaats des onheils. Fantastisch, hulp! dacht ik. Ramptoeristen, zo bleek. Niemand deed iets, behalve kijken en filmen met een smartphone. En daar keek ik op mijn beurt naar met plaatsvervangende schaamte. Gelukkig waren er toch twee mensen en inmiddels ook een leidinggevende zo goed om de man te helpen. Wat er precies met hem aan de hand was, geen idee. Ik vond het gênant om te gaan gluren en luistervinken. Ik vond het zelfs gênant om er met een grote boog langs te moeten, omdat ik nog iets wilde hebben aan de andere kant van de winkel. Mijn lijstje is namelijk mijn enige houvast in deze woelige wereld en van in de weg lopen is nooit iemand uit de dood opgestaan. Het leek mij dus beter te doen wat ik hier kwam doen. Hoe banaal ook.
In een mum waren er drie agenten. Doortastend werd het hele gangpad in de volle lengte afgezet. Vooral om alle nieuwsgierige idioten op afstand te houden. Personeel erbij om de boel een beetje in de smiezen te houden. Nogmaals, kinderen van 14, 15, misschien net 16 jaar oud. Vakkenvullers die nu ineens een stel zogenaamd volwassen duidelijk moesten maken dat het nu echt even geen goed idee was om nog even snel een pondje bulgur, zilvervliesrijst of een potje pesto te pakken. Waarom? Omdat die man daar op de grond, ja daar, misschien wel dood ligt te gaan. En er misschien wat ruimte voor privacy zou moeten zijn, of ruimte om die man straks in een rechte lijn de winkel uit te krijgen, de ambulance in. Zoiets misschien? Ja, u bent óók belangrijk mevrouw, maar nu even niet. Ja, de bulgur staat precies daar om de hoek, ik kan er zo bij, maar nee, ik pak het niet. Waarom? Daarom!
Godallemachtig. En dan even later ook nog klagen dat er te weinig kassa's open zijn. Kassa's waar de iets oudere kinderen (>16) zich in het coronazweet staan te werken. Waar klanten die overal schijt aan hebben de boel op lopen te hitsen, haast hebben, snel weg willen uit deze besmettingshaard. Hallo dan. Welkom in deze trip door ego-land. Het is in ieder geval duidelijk van welk type mens we een overschot hebben en waar een virusje misschien best uitkomst biedt.