Esther
Toen De Vrouwe gisteren ruim na zessen thuis kwam, stond ik midden in de kamer met een boek in mijn handen. Wat sta jij daar nou, vroeg ze. En ik dacht stiekem hetzelfde, maar deed alsof ik niets anders deed dan anders.
Ik had het boek opgepakt omdat ik letterlijk stond te wachten tot ze thuiskwam. Het was zo'n moment tussen hollen en stilstaan in, een freeze frame, een Tita Tovenaar-moment. Ik wist dat ze twee boeken voor mij zou meenemen op speciaal verzoek. Leesexemplaren zoals dat zo mooi heet in boekenland. Dat je alvast mag lezen wat er nog net niet is uitgekomen. Hoewel, in mijn geval loop ik enigszins confuus vooral achter de inmiddels uitgewaaierde stoet aan. Daarbij heb ik een buitengewoon gevoel voor boeken die meestal niet aan zullen slaan bij het grote publiek (hoorde ik daar nu alweer iemand snob! smalen?). Voordeel is dat ik zonder spoed een boekie mag lezen. Ook fijn.
Hoe dan ook, ik wist dus dat ik slechts twee minuten geduld hoefde te hebben en dat ik dan met wat fictie mijn leven zou kunnen verrijken – ik wissel nu eenmaal graag de barre feiten met verzinsels af. Maar nee, ik kon niet wachten, te onrustig, of zoals ik vroeger graag mocht roepen: ik wil het nù. Dus pakte ik het boek van Esther Ouwehand, lijsttrekker van de Partij voor de Dieren. Zij heeft net haar eerste boek uitgebracht met de minstens prikkelende titel 'Dieren kunnen de pest krijgen. En dan?'. Ik kreeg het eerder deze week toegestuurd vergezeld door twee verkiezingsposters. Het boek moest nog even geduld hebben, want zoals gezegd: zie bovenstaande. Niet dus. Het is zo'n boek dat je oppakt en niet meer weglegt. Bij wijze van spreken dan hè.
Dus toen vrouwlief mij vroeg waarom ik daar zo stond, was ik nogal ingenomen met mezelf en antwoordde ik met een glimlach dat het wel leek alsof ik ego echo las (verder verbeeld ik mij niets). Waarop zij vroeg of het ook zo fel van leer trekt. Nou, dat valt dan wel mee en dat is maar goed ook. Mijn boosheid en verontwaardiging leent zich voor deze plek, dit podium zogezegd. Af en toe lekker brullen. Ouwehand verpakt haar (in)dringende boodschap heel slim met feiten in balans met subtiliteit en directheid. Prettig leesbaar, ook dat nog. Hallo dan. Het lijkt hier wel een reclamepraatje.
Is het een boek vol verkiezingspropaganda? Ik zou zeggen van niet. Het benoemt gewoon waar het op staat, hoe het allemaal zo gekomen is. Met als insteek de huidige toestand met SARS-CoV-2 en hoe nu verder. Dat het allemaal niet heel ingewikkeld is, maar dat er wel een dikke knop om moet. En dat het nogal urgent is. Geen nieuws. Gelukkig niet. Want aan nieuws heb je verder niks.
Nog een leuk – en ego echo-strelend detail: hoofdstuk twee heeft de titel “wij zijn zélf een dodelijk virus”. Esther is een vrouw naar mijn hart, je snapt.
Wat ik maar zeggen wil: kies je voor de dieren, dan kies je als vanzelf voor alles wat leeft. Zonder uitbuiting, zonder gejakker in een in alle opzichten vriendelijke omgeving. Dat je weet waar je het voor doet.
Tot zover deze Zendtijd voor Politieke Partijen.