Et tu, Brute?

Als het enigszins kan fiets ik niet als het regent. Blijkbaar ben ik een mooiweerfietser. Niet waar natuurlijk, meer een zolanghetmaardroogisfietser. En geef mij eens ongelijk. Fietsen in de regen is gewoon echt niet leuk. Lopen in de regen ook niet, zeker niet als je wel een paraplu bij je hebt, maar de wind eronder slaat en je ook nog eens precies tegen de wind in loopt. Dan vloek ik alle goden bij elkaar. En dat zijn er nogal wat. Dat komt omdat we nu eenmaal een enorm fantasierijke diersoort zijn. We verzinnen ons suf en maken er hele verhalen van. Die moet je geloven, want doe je dat niet, dan zwaait er wat.

Kortom, ik liep vanochtend naar het station. Net als gisteren. Nu de kou voorlopig de latten heeft genomen komt de nattigheid er gezellig achteraan. Dus benenwagend op naar de trein met mijn plu in de hand en rugzak precies waar je 'm verwacht: op mijn rug, duh.

Vlakbij het station zie ik vanuit mijn linker ooghoek een man half in het fietstunneltje onder het spoor door staan. Of nee, hangen was het. Verregend en een beetje verwaarloosd.
Soms voel je het aan wanneer iemand je in de smiezen heeft en nu dus ook. Ik passeer hem en ik hoor bijna direct achter mij zijn stem: pssst, sjef! Ik negeer het. Hé, sjef! Nope, doorlopen. Haast ook, want ik heb nog maar een paar minuten voor de trein komt. Hé, psssst! Sjef, gast! Man! Ik loop stug door en hoor aan zijn stem dat hij blijft waar hij is; mij niet volgt. Wat ik nog hoor zijn wat gemompelde flarden: tas, open. Langzaam dringen die woorden tot mij door. Tas open, open tas. En terwijl ik blijf lopen laat ik mijn rugzak aan een kant van mij afglijden, kijk ernaar en verdomd: het hele middenvak is open. Zo'n beetje het deel met de meest waardevolle inhoud zo voor het grijpen.

Dan besef ik pas hoe ik volledig bevooroordeeld iemand heb genegeerd die alleen maar wilde helpen. Hoe onbeholpen dat ook klonk. Dus ik blijf staan, draai mij om en gebaar, half zwaaiend, mijn duim opstekend naar de man die nog steeds aan het begin van de fietstunnel staat. Hij roept nog wat, maar ik versta het niet goed. Iets met ja nu wel hè? Echt aardig klinkt het niet en terecht ook. Ik schaam mezelf om mijn vooringenomenheid. Want natuurlijk trap ook ik ziende blind in die valkuil. Net een mens.

Een passend slot dan maar. Billie Holiday. Strange Fruit.

#waanvandedag