Hier

Toen ze op de grond ging liggen, zonder hart, of in elk geval met dat wat er nog ergens van over was, hoopte ze het heden voor de toekomst in te ruilen. Het werd uiteindelijk een wegtrekker van een klein half uur. In zekere zin was ze in de toekomst beland, maar het was niet wat ze er vooraf, in het verleden, van hoopte. Het bleek meer van hetzelfde en nog altijd met een hart aan stukken, klaar om aan de leeuwen te worden gevoerd. Wat moest je ermee. Ze kon ook best zonder.

De vraag die de andere stem in haar hoofd stelde, uit een diep dal waarvan ze wist dat het nog zoveel dieper was dan voorstelbaar, leek een slappe poging om die totale ineenstorting van eerder daar op de golvende vloer wat lucht te geven. Een quasi-grap, een pseudofilosofisch schilletje. De stem vroeg of het hiernamaals wel kon bestaan zonder hiervoormaals. En wat is dat dan wat er tussen hiervoor en hierna zit. Alsof je daar serieus een antwoord op zou moeten verzinnen, belachelijk.

Hier.
Waar de klokken de zondag luiden en een fruitvlieg om de eindeloos stervende plant dartelt. Waar het balkon veel te warm is en ze er toch ging zitten om buiten te zijn. Want buiten was het tegengif voor binnen. Het werkte. Een beetje. Ondanks de warmtejeuk en de knallende recreatiemotoren – lekker in een optocht in je leren motorpak de helse engelen aanbidden.

Mocht ze verdwijnen, dan toch liever op een dag dat de stilte haar adem inhoudt.

#proza