Horigen
Ik vertel u natuurlijk niets nieuws als ik zeg dat ik blij word van treinen. Ondanks al mijn ergernissen die ook met grote regelmaat treingerelateerd zijn. Maar kijk, daar zit 'm de denk- en misschien zelfs gevoelsfout. Het is bijna nooit de trein zelf waar ik mij aan stoor, ondanks de onvermijdelijke verstoringen die ook mijn tere zieltje soms treffen. Nee, het zijn de mensjes in de treintjes waar ik mij kapot aan irriteer. Echter, ook deze mededeling komt niet als bliksem bij heldere donderslag.
Toch moet mij van het hart dat ik al een dag of wat – nee joh, veel langer, weken, maanden zelfs! – rondloop met oplopende frustratie die losstaat van de medereiziger.
Zoals daar zijn de omroepberichten. U kent ze ook vast wel. De ingeblikte aan elkaar geknutselde woorden, zinsdelen en zinnen met als gevolg van al dat technologisch gefrut hun wonderlijke intonatie. Of neem de hilarische opener “Beste reizigers, dit is een bericht voor reizigers...”. Ook zo heerlijk hemelschreiend zijn de berichten in de Sprinters. Bij ieder fukking station die hele riedel aan overdadige informatie. Steeds opnieuw. En heel veel duidelijker wordt het er niet van. Stel, ik stap als onwetende reiziger in en ik hoor dat deze Sprinter stopt in Breukelen, Woerden, Gouda Goverwelle en Rotterdam Centraal en ik in de veronderstelling was dat ik in de trein naar Capelle Schollevaar ben gestapt, dan is de weg intern vrij voor wat lichte paniek. Het misprezen bericht noemt namelijk alleen de eerste drie volgende stations en de eindbestemming op. Tja. Is dat nou handig? Iemand vindt van wel, want het systeem roeptoetert nu al jaren deze onnavolgbare brei.
Los van al die misgeslagen planken stoor ik mij ook aan het volume van al dat tergends. Het is of veel te hard en te schel. Of te zacht. Of alles daar tussenin.
En wat te denken van die geautomatiseerde fluitist m/v? Net voor de deuren sissend en hijgend sluiten worden we gezellig getrakteerd op een hels en schril kabaal. Hoewel er kort daarvoor ook al een keiharde fluit van de conducteur van dienst is te horen (tip: nooit net voor de ex-kaartjesknipper langslopen als er wordt gefloten!), moet er ook nog bij iedere open deur een keihard kutgeluid te horen zijn. Want stel je voor dat al die idioten met hun koptelefoons op en oortjes in niet zouden horen dat er wordt gefloten?! Dat moet iets vreselijks zijn blijkbaar. Het einde der tijden op z'n minst.
Ik ben zo'n malloot die zonder gehoorbeschadiging door het leven wil. Onmogelijk, weet ik, want de decibellen vliegen je overal om het hardst aan. Maar van zoiets dienstverlenends als NS verwacht ik wat meer zachtaardigheid. Niet dus.
Waarom moet er überhaupt nog worden gefloten? Het interesseert niemand ene ruk. Na het fluiten niet meer instappen? Nee? Nou, je moet ze de kost geven. Niet te doen. Fluitje voor de veiligheid bij het sluiten der deuren? Pfff... Zelfs een kinderwagen met kind wordt gebruikt om de deuren open te houden. Instappen zullen we, hallo!
Waarom niet net als bij de metro, de tram en de bus een knipperende lamp gecombineerd met een bescheiden (het kan dus wel) audiosignaal? De techniek staat voor niets en stelt verder ook weinig voor, dus kom op NS, #doeslief!
Toch viel van de week ineens het denkbeeldige grijpstuivertje toen ik op Utrecht Centraal (wanneer maken ze dat station nu eens af en ook voor de gein helemaal lekvrij?) weer eens overstapte. Ik liep vanuit de trein de trap op en zag een mega-grote advertentie voor gehoorbescherming, of hoe dat dan in de doelgroeperige hipstertaal heet: noise cancellation.
Aha-erlebnis in de gloria – al die teringherrie is dus gewoon een enorme samenzweerderig doorgestoken geluidskaart, een ordinair verdienmodel van heb ik jou daar. En mij dan toch verbazen hè?