Iemands

Onder de trap aan het einde van de gang is een kast.
In de kast ligt een plank.
Op de plank ligt een laag stof.
In het stof staat de tijd verstreken.

Er valt licht door het bovenraam.
Pupillen vernauwen.
Een hartslag ligt verslagen in een hoek op de grond.

Dit hok is iemands huis, iemands thuis, iemands leven, iemands vogelvlucht; het slot hangt los, gebroken verleden.

Voeten stappen, hinken springen.
Ik ben hier nooit geweest.

#proza #gedicht