Kwakkemole

Bij het bouwproject hier op de hoek is er een hijskraan nodig om een hijskraan neer te zetten. Typisch geval van kip of ei. Ik heb met onszelf te doen. Het gehijs en al het gedoe zorgt niet bepaald voor rust. Nu is dat al zo sinds ik hier woon, ook alweer bijna 7 jaar. Op zich geen nieuws dus.
Ik heb nu het meest te doen met de bewoners van het verzorgingshuis dat pal naast de bouwput staat. En daar zitten ze zelf ook nog steeds in een flinke verbouwing. Gezellige boel, met je prakkie voor je neus uitkijkend op een bouwvakkersdixie.

Gisteren las ik direct onder elkaar twee nieuwskoppen:
Ruim 690 miljoen mensen hebben honger, Rode Kruis opent gironummer;
Avocadohonger niet te stillen, ruim miljard aan 'groen goud' geïmporteerd.
Een schrijnend voorbeeld van hoe er flink wat mis is met het verdelen van voedsel over de wereld.
Hier in het westen doen we ons rijkelijk tegoed aan de avocado-overdaad en iets verderop (het globalisme kent tenslotte nauwelijks afstanden) sterven mensen van de honger. En ja, het 'groene goud' is inderdaad erg lekker en ook nog eens voedzaam. Daarom zou ik ze andere mensen ook van harte gunnen. Ik ben daarin niet de enige, dat weet ik ook zeker. Maar toch gaat er dus ergens iets niet goed. Raar. Waar een wil is, is blijkbaar een doodlopende weg.

Een leuke en verrassende gebeurtenis dan. Vanmiddag kwam ik een boekhandelcollega tegen in het park. Ik heb haar al maanden niet gezien. Haar werkuren komen nauwelijks nog uit op 'mijn' zondagochtend, dus ja, dan ben zo een eind verder in de lineaire mensentijd.
Gelukkig is zij jaarlijks rond de kerst wel mijn partner in crime wanneer ik een boek voor De Vrouwe via een sneaky route wil bestellen. Dan regelt zij dat voor mij in alle omzichtigheid en in het diepste geheim én pakt het kleinood ook nog eens mooi in. We hebben dus ergens in december per mail nog contact gehad. Maar ja, da's best schraal en kan niet tippen aan het echie.
Zij fietste, ik liep met boodschappen. Zij zwaaide, ik keek de mensheid vervloekend (onveranderlijkheid is ook een vorm van stabiliteit) strak voor mij uit. Totdat ik opschrok uit mijn inwendig getier en haar vriendelijke gestalte en lieve koppie ontwaarde in de eeuwige stoet hippe renners en verveelde ouders. Dat was fijn. We hebben kort wat gekletst, want echt praten kun je het niet noemen. Zij op weg naar een afspraak en wij samen op een pad waar het nogal druk en onhandig stilstaan is. Dan gaat een gesprek niet zo makkelijk de diepte in. Komt wel weer eens. Het belangrijkste voor nu was dat we elkaar eindelijk weer eens hadden gezien.

Eenmaal thuis vertelde ik opgetogen over de ontmoeting terwijl ik uithijgde van het en passant naar beneden sjouwen van de laatste spullen die onze buren nog moesten verhuizen. Ik liet mij van mijn beste voorgezette beentje zien. Zo ben ik dan ook weer.
Het kan snel gaan. Vorige week hadden we nog buren, deze week zijn ze vertrokken. Het zal hiernaast vreemd rustig zijn de komende weken. Daarna komt er vast weer een hoop gezellige bedrijvigheid voor terug, hoezee.

Zo maak je nog eens wat mee tussen de avocadodip en de avondklokrechtbank in.

#waanvandedag