Op slot
Zodra het donker wordt begint hier aan de overkant de lichtshow. Ons huis kijkt uit op een blok huizen op luttele meters afstand (net iets meer dan anderhalve meter) en we kijken elke avond reikhalzend uit naar wat de mega-plasmaschermen ons gaan bieden. Er is tenslotte altijd wel iets wat de moeite van het onderling becommentariƫren waard is. Tot grote tevredenheid van ons bitterzure bestaan.
De gordijnen aan de overzijde blijven vaak tot laat open, soms zelfs de hele nacht. Dat gaf, in de tijd dat ik nog bijna iedere nacht mijn paniekaanvallen in mijn klamme onderbroek en slaaphemd stond weg te hyperventileren (naar je buik, houd vast en weer los, rustig in en weer uit), mezelf in armen en benen kneep, aan mijn haren trok en ondertussen met mijn blik op oneindig op de plaats marcheerde om toch zoveel mogelijk in het hier en nu te blijven en mijn aandacht te richten op alles behalve wat zich in mijn hoofd en lichaam afspeelde, een extra afleiding.
(U heeft gelijk, dat was een onmogelijk lange zin, maar hij klopt heus en dat is nu precies de kik.)
Ik kreeg dan soms zo midden in de nacht vol vallende sterren en dansende muggen ineens een, laat ik het netjes zeggen, erotische film voorgeschoteld. Ik moet zeggen: dat hielp. Niet veel, maar het verrassingseffect deed het leuk. En opnieuw toegegeven, toen de verrassing eraf was, hielp het niet meer. Jammer. Dat had een hoop verzekeringspsychologengeld en tijd gescheeld.
Het zijn van die meevallers die losstaan van al het tranentrekkende moois dat het leven ons in deze uitzonderlijk levendige doodlopende straat biedt. Net als de binnentuin waar ik eerder al over schreef. Omdat we gelukkig alweer de eerste droogte te pakken hebben en de zon in haar vuistje lacht, treft u deze tweehoognoorderlingen nu met regelmaat op een bankje met de zichtzijde naar het zuidwesten omgeven door plukjes groen en vierhooghuizenblokken. Vogels vliegen af en aan, maken een hoop kabaal en wij lezen ondertussen onze boeken en pakken er af en toe wat extra digitale lettervoeding bij. We delen onze kijk op het gelezene, bespreken de gedachten die daaruit voortvloeien en houden het altijd beschaafd. We zijn tenslotte buiten in het openbaar. Daar past geen felle discussie. Dat doen we gewoon gezellig thuis.
Niet ver hier vandaan is een bergmeer. Op het meer een rubberbootje. In het rubberbootje zitten ze, kijk. Knikkebollend dobberend door een intelligente opsluiting. In de verte raast de waterval.