Over de pas
Rookpluimen uit de schoorsteen van het dak aan de overkant verdwijnen op het oog in het niets. Duiven en meeuwen op de stoep scharrelen en krijsen om restjes brood, rijst en plastic soep. Een reiger staat fier rechtop op het dak van een rode auto met witte vlekken uitgelopen vogelpoep. Het schemert vroeger en vroeger. Nog even en het wordt weer later.
We kochten een tweedehands spelletje. Het is de bedoeling een weg naar de overkant van het speelbord te vinden terwijl de tegenstander muurtjes op het bord zet. Elkaar het leven onmogelijk maken.
In de kastdeur zit een flinke scheur en ik heb hoofdpijn.
De telefoon maakt soms geluid, meestal niet en dat is fijn. Ik houd van de digitale rust, de onrust zuigt mij uit en laat mij ontzield achter. En daarbij is al het andere ook al druk en veel meer dan genoeg.
Rust is een relatief begrip. Zelfs als je dood bent is het geen zekerheid. Daarbij heb je er zelf geen weet van en kan het zomaar zo zijn dat er na zoveel jaren rottigheid op je graf of asgrauw strooiveldje een nieuwbouwwijk of sportcomplex verrijst. Of nog veel erger.
In Rotterdam wordt overwogen om eindelijk dat vliegveld op te doeken. Er moet een groot stadspark komen gecombineerd met zeker tienduizend woningen. Op zich een verstandiger bestemming dan plakken asfalt en een treurige aankomst- en vertrekhal inclusief stank- en geluidsoverlast. De gezondheid wil ook wat. En anders bezuinig je dat laatste gewoon weg.
Hoewel, het mogen geen bezuinigingen worden genoemd, maar 'ombuigingen'. Om het betaalbaar te houden. Niemand die de vraag stelt wat de oorzaak van zoveel ongezondheid dan is en wat daar dan aan te doen valt. Zoals zo vaak staat het antwoord recht voor de neus en zien ze het niet.
Het antwoord op alles is tweeënveertig trouwens, tenminste, volgens de klassieker The Hitchiker's Guide To The Galaxy. Ofwel, denken te weten wat het antwoord is, maar geen idee hebben welke vraag er werd gesteld – het lijkt verdacht veel op de mens in het algemeen.
Wat ik nog kwijt wilde: zo enorm enthousiast over de komende kabinetsperiode ben ik niet. Ik was het al niet, maar het is er helaas na vandaag niet beter op geworden. Of zoals ene Diederik Smit zei: “Het motto van het vorige kabinet was 'Vertrouwen in de toekomst' en het motto van het nieuwe kabinet is 'Vooruitkijken naar de toekomst'. Past perfect bij dit kabinet: precies hetzelfde, alleen het vertrouwen is weg.“
Het slotakkoord dan maar. Passover. Joy Division. Een live versie uit 1980. En wat een gitaargeluid.