Sandaal

Op de dag dat we een denkbeeldige zondewassing vieren – overigens een bonusdag, want aan één dag lijden heb je gewoon niet genoeg – komt ook het jaarlijkse pretbericht binnen dat we als klein land toch maar mooi vier planeten nodig hebben met onze leefwijze.
Elk jaar komt die dag wat vroeger in het jaar. Nu dus al net nadat we de eerste drie maanden erop hebben zitten.
We leven op veel te grote voet en daarmee vertrappen wij kikkerlanders heel veel andere kinderen en volwassenen. Who cares? Niemand, kennelijk. We gaan gewoon maar door.

Kun je dan straks met droge ogen bij de hemelpoort nog zeggen dat je es nicht habe gewusst? Nope. Kan niet.
Wij zijn, ik ben, geen haar beter dan wie dan ook in het verleden, het heden en de toekomst.

Gelukkig is er een kruis op een berg en geloven nog hele volksstammen dat die sympathiek ogende gozert dat houten gedrocht helemaal speciaal voor ons, heilige boontjes die we zijn, de heuvel op heeft gesleept. Inclusief doornenkrans en stoffige sandalen. Wat we wel liefdevol hebben overgenomen is het gat in de hand. Verspilling en lang leve de overschrijding van planetaire grenzen.

Geloof me, ik schrijf dit niet met een luchtig gemoed en pijnloos hart. En ik weet ook dat het geen ruk uitmaakt wat ik hier schrijf. Sterker, het voegt alleen maar meer digitale en dus energieslurpende vervuiling toe. Dit bericht staat op een server in een gigantische serverruimte die gekoeld wordt met liters drinkwater. De warmte die wordt afgevoerd moet ergens naartoe en draagt bij aan opwarming van onze, inmiddels, vaalblauwe knikker met plukjes verdord groen. Straks ontvang je een mail met daarin dit bericht. Elke mail die wordt verstuurd, staat uit te hijgen in je inbox, verzonden of bewaarde items vreet eveneens energie. Tel al onze mails en sociale posts vol eieren, katten, familiepaasontbijtfoto's en kruistochten bij elkaar op en... nou ja, niet te doen. Er is geen beginnen aan en het einde komt vanzelf.

We druppelen, we dobberen en zinken langzaam weg in het morele moeras. Ik doe met tegenzin mee en probeer, tegen hetzelfde beter weten in mijn best te doen om mezelf zo impactloos mogelijk te maken in een falend systeem dat simpelweg geen verbetering (lees: vermindering, deconsumering) toelaat. Het is te groot en te veel. Murw en met lede ogen laten we het gebeuren en veroordelen we mensen die een snelweg blokkeren en juichen we voor een rechts kabinet. Dit is waar we zijn gekomen met al ons zogenaamde intellect. Gooi er nog wat AI tegenaan en gooi dan gelijk nog een literfles water in een giftige sloot.

Boehoe op maandag. Waar vroeger nog kikkers in mijn bil zaten zit nu een kurk tegen het uitdrogen. Ik vraag mij oprecht af waarom ik hier de hele mikmak opschrijf, wat het mij en u helpt. Niemand schiet er wat mee op. En toch. Waar moet ik anders heen met mijn frustratie, is dat het? Is dit het podium waar de afspraak geldt dat het kan en mag? Dat u zucht om mijn gezeur, hetzelfde versje tot ik een ons weg? Is dat beschaving, jezelf in het gareel houden, kaken op slot tot je er koppijn van krijgt en weer over naar de orde van de dag? Welke orde?

Beschaving. Onze soort schaaft met het volle verstand steeds een beetje meer af van wat onze vaste grond onder de voeten zou moeten zijn.
Houdoe en de groeten.

Ik weet het niet
Zoekend naar het paradijs
In de wolvenbek
Ben ik een dode vreemdeling

Ofwel, mijn interpretatie van de openingszinnen van Nescio. Nits.

#waanvandedag