Stip

Je kunt plannen wat je wilt, maar als de trein niet rijdt op het traject dat jou van het ene naar het andere stadje moet brengen, dan zit er weinig anders op dan de boel aanpassen.

En zo ging dat vandaag. Oké, ik kon omreizen of een deel met de metro – alternatief vervoer zoals dat dan heet, maar dat wilde ik niet. Sowieso niet, maar nu al helemaal niet. Dan moet ik extra overstappen wat een risico op andermans gehijg in mijn nek vergroot. Een virus of niet: afstand houden is verdraaid ingewikkeld voor de massa.
Soms doe ik een poging. Dan blijf ik achteraan staan en stap op het laatste moment in. De tragiek van het verhaal is hoe dan ook: laat je anderen voorgaan, dan is het niet zo dat die ander dan denkt weet je, ik wacht nu even op jou, ga je gang. Nope. Het is ieder voor zich en je bent een loser als je niet meedoet aan dat suffe spel.

In plaats van een ritje Rotterdam naar mijn dochter – morgen doen we een herkansing – werd het een uurtje aan de wandel door het park. Ondanks de regen die soms meer en soms minder werd. Een paar seconden stopte het zelfs, om daarna weer lekker door te gaan met waar het in uitblinkt.

Tegen mijn principes in liep ik met een paraplu. Ik vervloek die dingen. Ze doen nooit wat ik wil, klappen uit wanneer het ze zelf uitkomt, ik zit steevast met mijn vinger tussen een van die magische uitschuifdingetjes, een balein prikt in mijn oog, ik houd het ding te hoog en dan klapt de wind eronder, ik houd het ding te laag en het frame trekt mijn haren uit m'n kop. De paraplu en ik, we zijn een dynamisch stel, zo is het ook.

De reden dat ik toch overstag ging had alles te maken met Vrouwlief die mij verzekerde dat het rustig weer was en echt aan te raden om toch even dat ding mee te nemen. Deed zij tenslotte ook elke dag en wie is er altijd vrolijk? Precies. Dus gewoon doen, ouwe, geen gezeik.

Dus ik liep inderdaad met plu door het park. En het viel ook best mee allemaal. Het ging maar een keertje bijna mis. Ik was aan het bellen met mijn moeder en mijn arm werd moe. Nou, eigenlijk allebei mijn armen. De ene van het in het gareel houden van het regenscherm op een stokje en de ander van het tegen mijn oor houden van mijn telefoon (ja, ik ben nog zo iemand zonder omgebogen wattenstaafjes en onzichtbaar microfoontje en/of speakerstand).

Toen ik de zielige armpjes wat afwisseling wilde bieden, raakten mijn hersentjes in de war. Want hoe wisselde ik de o zo handige hulpmiddelen van hand, zonder alles op de grond te laten flikkeren? U moet weten, ik ben motorisch geen wonder. Tenminste, op zich is het allemaal wonderlijk genoeg dat ik toch alweer een tijdje zonder al teveel schade op deze bol ronddobber, maar als het aankomt op dit soort bijna wiskundig vernuftige trucjes, dan gaat het spontaan mis.

Behalve vandaag. Vraag niet hoe, maar het lukte. En nog redelijk soepel ook. Daarom, vandaag was een topdag. Die gaat met stip de boeken in.

#waanvandedag