Strook
De koorts van aaneengeregen dagen
onvervalst licht van goud en zilver
strijkt langs toppen van bergen
in een land vol reuzen en dwergen
De koorts van banale dingen
zoetgehouden liedjes die makkelijk rijmen en zingen
als een tevreden spin geduldig wachtend in haar deinend web
De koorts die langzaam zakt wanneer de zee zich terugtrekt als vanzelf van vloed naar eb
De koorts van planken van lippen van hooi van knokkels van dromen boze boze dromen ze komen ze komen vannacht maar wacht nu nog even want
IJl is de lucht
de adem stokt
de roos klapt
en het riet
buigt