Tingel!
Mijn fietsbel was ineens stuk. Van het ene op het andere moment rammelde hij zonder te bellen. Heel zachtjes, dus ik had tijdens het fietsen ook steeds geen idee waar dat gekke, irritante rammeltje vandaan kwam. Tot ik het zag, tja, en dan heb je het door, zoals JC ooit al eens zei. Het kunststof pieltje dat het ijzeren belding op z'n plek hield was gebarsten. Geen idee hoe dat kwam, maar het was dus mooi wel zo. Lekker dan. Barst. De bel kon ieder moment ter aarde storten, dus ik heb het ding met een ruk uit z'n lijden verlost. Was ik van het ene op het andere moment belloos. Geloof mij nou, dat is verdomd onhandig in Amsterdam. De fietser regeert daar, en dat is fantastisch, maar zonder bel heb je geen stem, je hebt geen fuk te vertellen. Sommige malloten lossen dat op door heel hard tingel! te roepen, maar ik wil mij niet tot dat niveau verlagen.
Zodra mijn tijd het toeliet, heb ik een verse bel gekocht. Weer zo'n ouderwetse, glimmende zilveren bel. Met een kroontje erop. Ik heb niets met het hele koningsgebeuren, flikker maar op met die reutemeteut, maar een kroontje op een fietsbel is wel even andere koek. Machtig mooi en het lijkt gelijk heel degelijk en betrouwbaar.
Toch overviel mij ook al snel een oude angst. Voorheen was ik nogal eens de klos als iemand in een suffe bui doodleuk de kap van de bellen eraf draaide en ergens in een prullenbak gooide, of in ieder geval ergens waar ik geen weet van heb; nooit de bovenkant van mijn geliefde fietsbel ergens terug kunnen vinden. De bel die ik tot twee dagen terug nog had, was wat dat betreft hufterproof. Een vast geheel zonder schroefdraad met een hendeltje wat je tegen de bel aan liet tikken: ping! Je kent ze wel. Felrood, ook dat nog. Gevaar! Met je gore poten van afblijven! Dat werk.
Afkloppen, tot nu toe zit mijn bel nog waar die wezen moet. Toch is mijn leven er ongeruster op geworden en dat is jammer. Ook jammer is dat mijn eerste bello volledig de mist in ging. Ik zat namelijk met mijn duim te doen alsof het mijn vorige bel was. En dat werkt niet met een ouderwetse ringring-bel. Bij het krap aan inhalen, ik fiets nu eenmaal stevig door, hoorde ik mijzelf dus tingel! roepen.