Tra
het zat daar op kussens op de keukenvloer
oranje paars rood en een bakje vervlogen vogelvoer
het keek mij aan met ogen van gebroken glas
vroeg mij schraal of dit dan eindelijk het einde was
de zucht was diep het haar viel langzaam los
toonde kaalgevreten plekken als in een godvergeten sprookjesbos
het voer was op de kussens gleden langzaam uit elkaar
het stond nu wankel en maakte een weemoedig soort gebaar
de vleugels waren lam en zaten hopeloos in de knoop
ze hingen daar maar wat zoals de onschuld voor de doop
liep naar de rand van het balkon en werd nog voor de sprong
gegrepen door een in een vorig leven aangereden kattenjong
ik zei vaarwel het was me een onaangenaam plezier
het zei niets terug was allang heel ver weg van alles hier