Tussenstand

Het zijn tussendagen. Het woord doet mij direct denken aan het nummer In Between Days van The Cure. Een niemendalletje, zoals ze dat graag deden. Het was tenslotte maar een single, dan paste vrolijk cynisme prima. Zo lieten ze van zich horen bij een breder publiek dat dan massaal kaarten kocht voor concerten en zich vervolgens eerst ruim twee uur door het albumwerk heen moest luisteren voordat de toegiften – uitsluitend wrange blijdschap: singles! – begonnen. Ik praat overigens onterecht in de verleden tijd, want dat doen ze nog steeds zo, de lieve schatten.

De dagen tussen lichtjes in een boom en straks de fik erin. Dagen van nachtelijke vuurwerkbommen, wandelingen door het park tussen het opnemen – of in ieder geval de poging daartoe – door. Een buurman boort nu al dagen naar hartenlust ontelbare gaten in de gammele muren van zijn berging. Hij heeft tenslotte een relatief riante box voor zichzelf waarin hij alles kan doen wat hij wil; dat kan helaas niet iedereen zeggen. Wij hebben hetzelfde type huis, maar delen onze berging met de buren waarmee we ook onze hal delen. Al zouden verkleinwoorden hier beter op hun plaats zijn.

Nog een paar dagen en dan gaat het boek van dit jaar de kast in. Het was een jaar waarin er niet heel veel veranderde. De Amazone wordt nog steeds uitgewoond, het ijs op de polen smelt in gestaag tempo, warmterecords sneuvelen ook dit jaar, mensen die de zee oversteken worden net als altijd teruggeduwd en verzuipen uiteindelijk, in Afrika heerst in willekeurige volgorde het vertrouwde Honger, Dorst, Verkrachting en Ontvoering, vaccins voor wat dan ook zijn er nauwelijks verkrijgbaar, de kloof tussen arm en rijk groeit wereldwijd lekker door en de bio-industrie tiert nog welig als vanouds. Ondanks dat zijn we aan deze kant van de aardkloot niet in in staat uit te zoomen en het geheel te overzien. Alles hangt met elkaar samen, maar we maken onszelf wijs onze bange handjes vol te hebben aan een virus en houden onszelf voor dat het leven zoals we het hadden echt fantastisch was. We fluisteren elkaar bemoedigend toe dat we daar hopelijk heel gauw weer naar terug kunnen.
Hoop is naar goed gebruik de ultieme lege huls, een woord zonder enige betekenis, behalve een excuus om met natte oogjes achterover te hangen.

Gelukkig zijn er altijd mensen die veel beter in staat zijn om mijn zure boodschap over te brengen en zelfs van de woorden 'doemdenken en vooral niet hopen' iets positiefs weten te maken. Zoals filosoof Lisa Doeland dat doet op Brainwash. Je kunt er hier naar kijken of haar verhaal lezen. Een beetje perspectief en inzicht kan nooit kwaad.

Tussendagen. Een wachtkamer zonder afspraak, een boek met een open eind. Dag wordt nacht, nacht wordt dag. En zo draaien we het wieltje nog eens om, rom-bom.

#waanvandedag