Vergaan
Ik kreeg en las een boek. Op zich geen nieuws. Ik lees me suf. Hoewel, eigenlijk lees ik me scherp. Zoals dus dit boek. Er zijn van die dingen die je heus wel weet. Jij en ik, wij. Al lang, heel lang. Om die reden eet ik nu meer dan 30 jaar geen vlees. Ik at wel vis, maar dat doe ik de laatste paar jaar nog nauwelijks. Hooguit een klein stukje zalm. En dan echt een klein stukje. Ongeveer 1 bij 1 centimeter. Ook omdat ik nogal heftig reageer op uitgesproken smaken en vet. Kruiden, vis, vega-burgers en andere vleesvervangers die bol staan van specerijen en/of nogal vet zijn; dat gaat niet goed bij deze dude. Dus sinds een jaar of vier proef ik mijn eten zoals het ook echt smaakt. En, eerlijk is eerlijk, dat bevalt me heel goed. Het scheelt flink ook nog eens wat paniekaanvallen. Die paniek, los van andere situaties die mij nogal van slag kunnen maken, is elke dag latent aanwezig, dat wel. Maar – even afkloppen – zoals het was, zo is het niet meer. Bofkont ben ik.
Ik kreeg en las dus een boek. In dat boek staan dingen die ik wel wist, maar niet besefte, het drong niet door. Niet echt tenminste. Het is een gruwelijk boek. Maar ook en vooral een goed boek dat ik je van harte aanraad. Het staat niet bol van de gruwelfeiten en statistieken en andere droge kost. Het relativeert ook en geeft genoeg lucht om niet in een acute depressie te schieten. Tegen mijn principe in zou ik zelfs zeggen dat het een hoopvol boek is. Althans, dat is hoe ik het heb ervaren. En geloof mij, ook over depressies en wanhoop kan ik gezellig een boompje opzetten. Bofkont in het kwadraat.
Over welk boek heb ik het? Nou? Tromgeroffel.... Ooit aten we dieren, geschreven door antropoloog Roanne van Voorst (Uitgeverij Podium).
Tijdens het lezen nam ik een besluit. Vanaf nu ga ik door het leven als veganist. Dat zal soms best een dingetje zijn. Sociaal gepruttel, je weet wel. En ik zal hier en daar een vergissing maken. Of toch een concessie doen. Gewoon omdat ik het anders ook even niet weet. Of omdat ons voedingssysteem zo leuk conservatief is. Weet ik veel. Genoeg reden voor schuldgevoel en zweethandjes, ik ken de riedel heus.
Maar toch, ik ben mij bewust. Los van al het dierenleed dat zou worden bespaard als we allemaal onze lieve oogjes open zouden doen, maken we ook nog een pietsie kans om iets te doen aan de bizarre uitstoot die wij produceren met onze bizarre bio-industrie. Alleen maar omdat we in de mythe van dierlijke producten geloven. Terwijl inmiddels uit talloze onderzoeken blijkt dat we helemaal niets dierlijks nodig hebben. Behalve onszelf, diertjes als wij ook gewoon zelf zijn. En een leefbare planeet. Voor hen die na ons komen bijvoorbeeld.
‘We zijn opgegroeid in een tijd waarin het eten van dierlijke producten volkomen geaccepteerd is. Wetenschappers voorspellen echter dat dit in de nabije toekomst taboe zal worden. Over een aantal decennia zal veganistisch de norm zijn, en vragen onze kleinkinderen ons hoe we ooit met een zuiver geweten dieren hebben kunnen eten.’
In Ooit aten we dieren, dat op 13 juni verscheen bij Uitgeverij Podium, laat antropoloog Roanne van Voorst zien hoe we ons op deze toekomst kunnen voorbereiden.