Vrucht
Hoe laat leven wij? vroeg hij.
Hoe laat sterven wij? vroeg zij.
Er viel een korte en diepe stilte. De bomen, de vogels, de rivier, de zee en de wolken hielden hun adem in.
Toen, na een tel die wel een seconde leek, keken zij elkaar aan en knikten zwijgend. Zodra de tijd rijp is.