Waksteken
Zo dan, met een halve zonnesteek op de bank hier. Ik dacht nog, ik ga even het ijs op. Maar nee, dat is weg. Je doet een week de gordijnen dicht en dan ineens is het hartje zomer.
Op zich, als je nu precies vandaag viert dat het zoveel jaar geleden is dat je op de wereld werd geknikkerd, dan is het best een prima dagje. Mijn schoonmoeder boft maar. En zodra het kan vieren we het met z'n allen alsnog. Voor nu nemen we er een zelfgebakken haverkoekje met thee op. Proost.
Over cadeautjes gesproken. Zou toch wat zijn als mijn vermaledijde zwak voor Sparta vanavond eens iets verrassends op zou leveren. Winnen in Amsterdam. De laatste keer dat dat gebeurde was ik er in hoogst eigen persoon bij. In De Meer. Het werd 1-2. In een tijd dat je dacht dat die oeroude club uit Rotjeknor nooit kon degraderen. Dat god een rood-wit gestreepte baard had en er eigenhandig voor zou zorgen dat de Kasteelbewoners zulke ellende bespaard zou blijven. We wisten niet beter. Of vooral: we wilden het niet weten. Inmiddels is het degradatiespook al jaren een trouwe bezoeker van Rotterdam-West. So be it.
Maar goed, ik bereid me voor op de zoveelste treurniswekkende uitslag vanavond. 9-0, 10-2, 5-0, 6-1, zoiets. Al zal ik mij dan lichtjes troosten met het idee dat de schoonouders dan juist wat te juichen hebben. Het past bij de feestdag en ik gun het ze, heus. Als een boer met kiespijn, dat ook.
Ach, het is een hoop geleuter zo alles bij elkaar en waarom ook niet. Nogmaals, ik zal wel zijn gestoken door een koperen ploert. Terugsteken heeft voor zover ik mij kan herinneren geen enkele zin.