Weekdier
Ik schrik er zelf een beetje van. Meer dan een week geleden dumpte ik hier mijn schrijverij. Moet niet gekker worden. Aan de andere kant, in het verleden werd het best wel eens gekker. Soms weken, zelfs maanden geen woord. Alleen had ik er toen ook gewoon echt geen zin in, geen puf, geen enkel woord voldeed en alles was en bleef letterlijk zinloos.
Dat is nu niet aan de orde, voor zover ik weet. Een mens leert zichzelf maar moeizaam echt kennen, tenslotte. Om niet al te diep te graven, ik ben de afgelopen week, dus nadat we weer van de roze Wageningse wolk stapten, gewoon te druk geweest. Gepreoccupeerd met een mooi woord. Een woord dat ik pas echt ben gaan gebruiken in de afgelopen acht, bijna negen, jaar. Inderdaad, het is de partner in crime die het woordje heel gewoontjes uit haar vocabulaire mouw schudt. En zoals dat gaat als je op zesendertig vierkante meter je leven deelt, neem je wel eens wat van elkaar over.
Maar goed, afgelopen week dus. Een korte (?) samenvatting.
We kwamen ergens in de loop van maandagmiddag zu hause. Alles snel weer op z'n plek gegooid, wasmachine aan, boodschappen doen. Voertje erin en huppekee: een online vergadering.
Dinsdag werk, woensdag werk, donderdag werk. Tussendoor het contract getekend dat mij en de bieb aan elkaar verbindt (hoera!) en donderdagmiddag de eigenaar van de boekhandel met een enigszins zwaar gemoed (toch goed 5,5 jaar wekelijks rondgelopen daar) laten weten dat ik door het goede biebnieuws hun nieuwe boeken inruil voor bibliotheekboeken. Haar reactie was overigens niets dan begripvol en steunend.
Donderdagavond kwam dochterlief. Natuurlijk speelden we, ongetwijfeld tot treurnis van onze benedenburen, onze traditionele potjes Ligretto. Als u het spelletje niet kent: het is een zenuwslopend gedoe met veel fanatiek gebonk op onze houten tafel met minimale afmetingen.
Vrijdagochtend na het ontbijt op pad voor het derde prikgaatje in mijn linkerarmpje. De partner in crime (p.i.c.) en dochterlief vermaakten zich samen, terwijl ik op de weg terug nog wat boodschappen deed. Vegan burgers met toebehoren voor die twee bankhangers bijvoorbeeld.
Toen ik weer thuis was begon de vaccinatie de boel al vrij snel op te poken. Met andere woorden: ik nieste mij een ongeluk. Dat mocht de pret niet drukken, want we klaverjasten en speelden natuurlijk ook nog een potje Ligretto. Met bonuspunten voor een potje zonder niesbui – geen bonuspunten verdiend helaas.
'Die kleine' werd na het eten zo tegen negen uur door p.i.c. op de trein gezet omdat ik, u raadt het al, nog steeds aan het proesten was. Ik snurkte mij met open mond de nacht door, want ja, alles zat snotdicht. Geen feest.
Zaterdag was het genies voorbij en was het enige ongemak een rauwe strot. ook weer niet echt vervelend want ik klink dan ineens enorm cool en doorleefd als ik een liedje meebrom.
Tussen het brommen deed ik nog wat uitgesteld freelancewerk.
Eind van de middag door de schijtregen naar vrienden op IJburg om daar te eten. Het werd een, precies volgens verwachting, mooie avond met diepgaande gesprekken waarin we op ons gemak alle wereldproblemen bespraken en ze terloops oplosten.
Door dezelfde, maar dan nog wat heviger, schijtregen weer terug.
Zondag werk en vandaag vrij met hier en daar toch wat digitaal werk. Niet erg. Afgewisseld met een nieuw liedje in de maak en natuurlijk de boodschappenriedel is de dag weer om voor je het in je malle gaten hebt.
De dag werd vandaag opgesierd door het goede nieuws dat mijn vader na anderhalf jaar de flessen zuurstof mag laten voor wat ze zijn. Dat is een mooi ding na heel veel onzekerheid en tegelijk heel veel doorzettingsvermogen.
Tot nu toe ben ik best tevreden over 2022.
De maan is voor de helft verlicht en volgende week staat 'Blue Monday' op het programma. Toch ga ik daar niet op wachten en gooi ik New Order's Blue Monday er nu alvast in. Discodansen maar!