Zandstraal
Een deel van het perron ligt open. Het wordt omheind door gammele rasterhekken, stapels afgeragde tegels en versplinterde pallets. Verderop, nog net onder de overkapping, staat een graafmachine. De werklui zijn afwezig en in dit stilleven van wachtende, naar hun schermen starende treinreizigers en opwaaiend zand wordt de kaalgeslagen plek opgeluisterd door een witte plastic vork, sigarettenpeuken en lege sigarettenpakjes, afval van fastfoodketens, koffiebekers en blikjes energiedrank. Dat alles gelardeerd met afdrukken van vogelpootjes in het zand; het enige dat mij bij dit troosteloze schouwspel vaal doet glimlachen.
Dat was gisteren voordat ik op de trein naar Almere stapte. Vandaag hadden de partner in crime de wind flink tegen op weg naar de zaterdagse winkelhel. Des te groter de beloning toen we op de terugweg de stevige windvlagen mee hadden.
Zij sloeg bij het kruispunt af naar links om alvast naar huis te gaan. Ik naar rechts om nog een paar boodschappen te halen. Daarna sloten we ons op in huis. Wegwaaien kan altijd nog.
Het is niet veel met mij vandaag. Kapotmoe. Morgen zal het vast weer wat beter gaan. Nu eerst snaveltjes toe en oogjes dicht. Wie weet slaap ik stiekem weer eens een paar uur aan een stuk.
Laat ik een voorproefje op een nachtwandeling nemen. Sleepwalk. Ultravox. En natuurlijk live. Met enorme synthesizers waar je tussen kunt apenkooien.