Alternatief nieuws: samen lekker zweren?
In het chaotisch nieuwsgeweld van vandaag strijden steeds meer nieuwe zichtbare legers vechtberichten van onbekende komaf om je aandacht, en verdwijnen vaak weer. Vroeger, toen we in Nederland “zuilen” hadden, was alles heerlijk rustig en overzichtelijk. Bij ons kwam “De Volkskrant” en “De Panorama”, die waren toen nog heel erg Katholiek. Hoeveel is alles veranderd! Het is stormachtig, en het lijkt wel oorlog. Natuurlijk zijn de schermen die zich thuis, op het werk, in onze broekzak en handtas bevinden debet aan het versterken van dat chaotische gevoel. Niet alleen Schrijvers met een Reputatie komen aan het woord, maar nu ook de “gewone man en vrouw” hebben iets te vertellen. Je zou denken dat hiermee toch de democratie gediend is. Dat ligt wat ingewikkelder. Er zijn nu Stiekemerds zonder Reputatie, die zich voor kunnen doen als “de gewone man” en een leger van robots en mensen het sociale internet opsturen om hun mening te verkondigen. Dat is nu niet echt een “one-man-one vote” principe.
Warm aanbevolen
Er is in ieder geval veel meer discussie, en men spreekt al gauw van polarisatie: de mensen worden naar extreme posities gedreven. Een onderzoekje van een journalist van “De Correspondent” toonde aan, dat als je eenmaal eens een keer een extreem rechts filmpje had gezien, dat je er daarna niet meer aan ontkomt: gelijksoortige filmpjes worden je dan “warm aanbevolen” door Youtube. De “bekijk en lees ook”-algoritmen van de sociale media hebben kennelijk een voorkeur voor extreme posities. Wellicht omdat mensen daardoor meer geprikkeld worden en in actie komen door weer commentaar te leveren. Leve de levendigheid in sociale media! Toch voelt dit aan als een vervelende ontsteking in ons internetlichaam, die steeds maar erger wordt. Want een echt positief en gelukmakend gevoel levert deze chaos en activiteit ook weer niet op.
Medicijnen voor dit extreme gebeuren: moderators. Mensen moeten dan toch maar weer proberen de rommel die de algoritmen veroorzaakten op ruimen.
Prikkels
Waarom zijn wij toch zo uit op “prikkels”? Hebben we niet prikkels genoeg in ons dagelijkse leven? Zouden we niet kunnen zeggen: “Get an offline life!” Makkelijker gezegd dan gedaan. Veel mensen zijn verslaafd geraakt aan het scherm, en die online stoel zit eigenlijk erg lekker. Zelf heb ik vorige week mijn Facebook-, Whatsapp-, en Instagram-accounts verwijderd in het kader van een eerste stapje naar privacy opschoning. Gelukkig heb ik nog geen ontwenningsverschijnselen. Voor veel mensen zal het opzeggen van deze accounts onoverkomelijke problemen veroorzaken, en er zijn ook legio excuses mogelijk. Want zelfs op het werk of studie wordt maar verondersteld dat je een Whatsapp account hebt, en dan is het logische gevolg het onoverkomelijke: “zullen we een Whatsapp groep maken?”. En dat terwijl er zoveel goede alternatieven zijn.
Als we dan niet van het scherm af kunnen, wat is er dan nog mogelijk?
Snappie?
Die prikkels houden ons vast aan het scherm, helaas. Niet alleen de likes die je krijgt, of de leuke memes die je ziet en weer meteen wil delen met je medemens om weer nieuwe likes te krijgen, geven je dat heerlijke scheutje verslavende endorfine. Het zijn ook je eigen gedachten (eureka!) die dat doen. Laatst zag ik een boekbespreking op tv waarin het zogenaamde “snapgevoel” wordt uitgelegd. Zo'n snapgevoel krijg je als je denkt dat je iets snapt. Dat is best een fijn gevoel. Archimedes kan ervan meepraten toen hij in de badkuip het principe van de opwaartse kracht bedacht (gewicht van het water dat ie met zijn dikke of dunne kont verplaatste door in bad te gaan zitten). Nu zijn we niet allemaal Archimedes, en het snapgevoel is in de meeste gevallen zelfs een misplaatst gevoel. Volgens mij zijn er ook mensen verslaafd aan dit gevoel geraakt. Neem nou zulke boeken die antwoord geven op: wat betekent het als je je been breekt? Wat is daar de “diepere” betekenis van? Je kunt dat opzoeken en dan staat er zo iets als: “Je wil eigenlijk niet vooruit.” En: “Je hebt de basis van je bestaan beschadigd.” Of bedenk maar nog meer van zulke horoscoop-achtige beschrijvingen. Maar het voelt lekker, dat “gesnap”.
Likes
Een snapgevoel kun je krijgen als je een verhaal leest, en dat verhaal past precies bij jouw beeld van hoe de wereld eruitziet, het is een bevestiging, en misschien nog mooier, het is een uitbreiding ervan. Een klein stukje van de mysterieuze wereld is zodanig blootgelegd, dat jij het begrijpt. Je hebt er van geleerd, en je hebt het gesnapt. En hoewel de euro al lang is ingevoerd, kunnen we toch nog zeggen dat het kwartje is gevallen. Alleen jammer dat dat in de meeste gevallen niet waar hoeft te zijn, wat je gelezen hebt. (Een voorbeeld.) Toch ben je er van overtuigd dat het waar is, omdat het zo goed in je wereldbeeld past. Dus delen op internet! En wachten op de likes!
Wantrouwen
Het ene wereldbeeld is het andere niet. En als je lekker postmodern wil zijn: “ieder heeft zijn eigen waarheid”. Maar daar komen we als gemeenschap ook niet veel verder mee. Nu voor veel mensen het goddelijke dood is, heeft men zich naar de wetenschap gekeerd om een nieuw geloof te beleven. Geloof en wetenschap? Nou, ik bedoel te zeggen dat we als mens antwoorden zoeken op vragen die we hebben, en de wetenschap probeert in ieder geval antwoorden te vinden. Die antwoorden hoéf je van de wetenschap niet te “geloven”. De antwoorden van priesters dien je wel te geloven. Met hulp van het uitvoeren van wat rituelen gaat dat geloven redelijk goed. Toch zijn er ook mensen die de wetenschap weer niet geloven, en dat is hun goed recht. Want zij waren er niet bij, toen het bewijs van een of andere theorie in een experiment geleverd werd. Het staat wel in een moeilijk beschreven artikel in een gerenommeerd tijdschrift, maar wie zegt dat daar niet mee “gesjoemeld” is? Die scepsis blijkt soms ook terecht te zijn. Er zijn wetenschappers die door de druk van publiceren het niet heel nauw nemen met de waarheid. In het onlangs gepubliceerde werk “De meeste mensen deugen.” viel mij op dat er zoveel wetenschappelijk werk is (met bewijs dat de mens in zijn aard slecht is), bij nadere analyse helemaal door de mand valt. Dit wantrouwen in de wetenschap heeft zich ook verder verbreid. Maar wie geeft me dan een antwoord op mijn levensvragen?
Zelf aan de slag
Natuurlijk kunnen we zelf aan de slag, en daarbij is het heerlijke snapgevoel een slechte raadgever. Zo ontstaan er alternatieve verhalen over de werkelijkheid. Zijn die vaccinaties wel goed en is niet vaccineren eigenlijk niet beter? Is de aarde wel rond, hoezo is die niet plat? We hoeven de wetenschap toch niet te geloven? Een paar wetenschappers zijn zich er bewust van geworden, dat ze nu meer onder een kritische maatschappelijke loep worden bekeken dan vroeger. Had men wat onwelgevallige resultaten weggemoffeld in het verleden. Nu kan dat niet meer, omdat dit het wantrouwen in de wetenschap extra aanwakkert. Dus waagt men het erop en gaat men voor de vaccinatie-onderzoeken eerlijk toegeven dat er ook bijwerkingen kunnen zijn. Ook is er nu meer aandacht voor mensen die twijfelen. Het is goed dat iedereen serieus wordt genomen. En dat er wantrouwen is ten opzichte van de wetenschap is ook heel begrijpelijk, als je bedenkt dat er vaak het nieuws doorsijpelt dat “wetenschappelijke” onderzoeken zijn betaald door belanghebbende bedrijven.
De waarheid aangeboden op veilingen
Het is vaak moeilijk om alleen met vragen te leven, zonder de antwoorden te weten. Veel mensen vallen dan ook voor verhalen die antwoord geven op vragen waar zij mee rondlopen. Soms zijn de antwoorden ook helemaal niet prettig, maar kennelijk is dat toch nog prettiger dan helemaal geen antwoord. Als je op sociale media rondkijkt dan komen er veel “antwoorden” op je af. Deze antwoorden worden helaas maar al te vaak ondersteund door geld. Op deze media kun je met geld bepalen of een bericht veel onder de mensen wordt gebracht. Het zijn een soort “veilingen” van de waarheid. Wie het meeste biedt is het meeste waar, zo lijkt het. En ook dit gegeven zorgt ervoor dat nieuws, waar het ook vandaan komt, gewantrouwd wordt. Mensen realiseren zich zeer wel dat je met geld nieuws kunt maken. Zo wordt het een complex geheel om uit te zoeken wat nu echt waar is. Sommige verhalen kun je voor jezelf meteen afserveren. Ik geloof bijvoorbeeld niet dat de aarde plat is. Maar als ik eerlijk ben, is het enige bewijs dat ik zelf ervaar het feit dat ik Engeland niet kan zien liggen als ik aan zee sta. Maar ja, hoe hard is dat bewijs? En mensen met een alternatieve visie zullen wel zeggen dat al die mooie foto's van de aarde gefotoshopt zijn.
Samen zweren
Als je zelf aan de slag gaat en tegenover de wetenschap een alternatief wil bieden, moet je wel aantonen dat je het beter doet. En dat is niet zo heel gemakkelijk. Persoonlijk verwijder ik het nieuws waarin veel wordt gescholden. Ik vermoed dat de “nieuwsgaarder” zichzelf bevredigt door flink tekeer te gaan. Een voorbeeld Van dit boze nieuws is er tegenwoordig zoveel! Toch leveren niet alle boze mensen nepnieuws. Juist door de concentratie van macht en geld bij een paar mensen in onze wereld, kan boosheid zeker terecht zijn. Alternatief nieuws kan onze blik op de wereld veranderen. Alleen de gevestigde kwaliteitskranten lezen is natuurlijk veilig. Als je bang bent om besmet te worden moet je dat zeker doen. Maar als je een eerlijk beeld van de wereld wil krijgen, dan zul je toch ook eens naar ander nieuws moeten kijken. En het kost nu eenmaal heel veel moeite, om daaruit op een eerlijke manier jouw nieuws te selecteren, zonder al te veel toe te geven aan dat heerlijke snapgevoel. “Samenzweringstheorieën” zijn niet altijd slecht, en we hebben ze nodig als een soort van feedback in onze maatschappelijke groei. Dus laten we samen lekker zweren. Maar met gedegen onderzoek, dat weer wel.