I & i beleven na een lange reis genoegens aan ~C~
~C~
~~~~
Daar zijn Dag C zou je even
we dan willen klotsen?
\ /
i I
't was een
zware dobber zeeker... klots
klots, Als je wil kan
klots, klots ik er bij ruizen.
\ /
~C~
~~~~
Leuk, en deinen! Rustig aan i..
| /
i I
Geen probleem, Ik doe
het graag
\
klots, klots, ruis, dein, klots, ruis
dein, ruis, zwel, dein en klots.
/
~C~
~~~~~
O, je zwol ook Zo kan ie wel
nog tussen weer C! We hebben
de deining! de hele dag nog.
\ /
i I