Ik ben compleet van de kaart,
een drie gangen menu dat niet meer bestaat
een verstilde plek waar niemand heen gaat
een armetierig leven het bezitten niet waard.

Ik ben helemaal nergens meer,
een stuk geplukte kip, ontdaan van elke veer
een vergelijking tussen de blozende appel en een rotte peer
een openbare weg gestremd voor alle verkeer.

Ik ben helemaal ontdaan,
een planeet zonder baan om eigen zon en maan
een gebarsten been waar je niet op kan staan
een rij lommerrijke bomen zonder lange laan.

Ik ben de moeite niet waard,
een onaantrekkelijk doder dan dood paard
een volk watertrappelend in opgehouden vaart
een onopvallend vallende komeet zonder sterrenstof staart.

Dat ben ik allemaal
vermenigvuldigd met vier
de som daarvan maal drie
nu ik jou niet meer zie.