Negende couplet

Na 't zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.

Je kan wel merken dat religie en kapitalisme en dergelijke afkomstig zijn van dezelfde makers, brouwers, zenders en fabrikanten. Het stuk blijft zich herhalen, omdat de boodschap afhankelijk is van deze herhaling van zetten, zelfs in vorm niet enkel inhoud. Al zitten er discrepanties in, heel gewaagd, zou de man stiekem een boodschap over autonomie in het lied hebben geprutst, daarover later meer, of niet, nu naar Couplet no. 9, herinner jeje deze nog.. nee dus. Ik vind dit koninkrijk al aardig eeuwig, echt onnodig lang uitgerekt, het koninklijk huis bv. Hij is in ieder geval opgetogen over zijn nakende dood, dat hoor je niet zo vaak. Kijkt er naar uit, een vakantie paradijs wacht, knuffelmuren alom, geen zeurende boeren, nare Spanjolen, en dan Adolf terug zien, kijken of het kuuroord zijn gemoed heeft geholpen. Typisch religieus dit, zuur en zoet, de overgang van ellende naar plezier, uit checken, in checken en daar één lange polonaise, en we gaan nog niet naar huis...

Tiende couplet

Nietsch doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.

Spanjaarden kunnen niet tuinieren, dat zie je wel aan Spanje, dat land was ooit één en al groen, niet dat droge binnenste, die rotsen, er waren helemaal geen bergen, alles zo plat als hier, dat was gewoon falend landsbeheer, ze wouden een leuk ornamentje bouwen maar stapelden verkeerd, en die stapel problemen stapelden zich op, de afdeling Filipe marketing heeft het falen toen verkocht als een Pyrenee, daarna bleven ze echter aanklooien, en werd het een hele keten. Dit soort knoeiers wil je niet als tuinmannen voor je tuinrijk. Dan ga je meteen huilen, de probe hart wondt schiet er van open. Dat edel Nederland, edelman Nederland, per bloed groep in stukjes opgedeeld, nu die vermaledijde klote zuiderlingen met hun kut muziek, rare taaltje, de inquisitie alsof jezelf je eigen volk niet kan kastijden, rotzakjes.

Elfde couplet

Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.

De heires-kracht was een soort zeppelin maar dan gemaakt van stro en hennep, het kon niet vliegen maar wel doen alsof, Hollywood avant la lettre, met ruiters er omheen paraderend leek het heel indrukwekkend, de vijand kreeg het dan Spaans benauwd, zoiets verwachten ze niet in Maastricht, dan sta je gewoon met je bek vol tanden, vrezend voor iets en je weet niet wat, dat heires-kracht voertuig leek een afgezant van de duivel, een automaat voor Lucifer, je weet niet wat er uit komt.

Twaalfde couplet

Zo het den wil des Heren
op Dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van U dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
Die alle ding regeert,
Die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.

Het ging even Zuid Afrikaans in plaats van Spaans, Met Die alle ding regeert, misschien is die en van eerder per ongeluk autonoom naar die plek geschoven en heb ik met mijn domme nette gedoe deze anarchistische ingeving de kop ingedrukt. Hij, de Wil, wou best dood maar het was hem niet gegeven, hij moest dit vers nog veroorzaken, lofrede ontvangen, kranig zijn, verder is dit een herhaling van een herhaling in een herhaling...

Dertiende couplet

Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.

Tja, je kan het ook suf herhalen, nou, zeggen de omroepen en de zenders dan, daar denken wij anders over, een boodschap kun je niet vaak genoeg vertonen en verbeelden. Beter 24 x 7 per week per jaar dan alleen op zo'n dag.

Veertiende couplet

Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
Zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
't zal hier haast zijn gedaan.

Oorlof, niet Oorblog, Oogvlog of Oorlog, deze variant kende ik nog niet. De nood heb je zelf wel aardig wat aan bijgedragen kerel. Hij noemt zich zelf hier herder trouwens, de H is mini, deze strofe heeft zelfs een cliff hanger, t zal haast gedaan zijn, we zijn in de winning mood, het gaat enorm goed vooruit maar we zijn nog niet waar we moeten zijn, de schouders er onder, trek de broekriem aan, bijt op dat houtje, hou vol dapperen, nog even, onversaagd, onverveerd en zo voorts, en dan Hallelujah, Oranje boven. Welk een sprookje we hier krijgen te lezen.